Een megalomaan plan, noemt een collega het, als ik vertel dat ik een jaar lang jarig wil zijn. Ik lach erom. Het gaat er niet om mezelf belangrijker te maken dan ik ben, ik wil alleen het jarig zijn “terug”. Ik wil dat mijn verjaardag weer leuk is, iets om naar uit te kijken. Niet een dag die ik maar liever mijd omdat hij teveel herinneringen en gevoel van verlies met zich meebrengt.
En dus wil ik dit jaar allemaal leuke dingen doen, een jaar lang kunnen uitkijken naar ervaringen met mensen die me lief zijn. Ik wil JARIG zijn!
In mijn nopjes met mezelf zit ik over een vel papier gebogen. Want wat heb ik een goed idee voor de uitnodiging. Ik zie het resultaat al voor me, dat zag ik al nog voordat ik iets had gedaan. Ik heb een bladzijde uit een stripverhaal gekopieerd, alle tekstballonnen met tippex bewerkt en probeer nu de tekst die ik heb bedacht erin te schrijven. Niet alles wat ik in mijn hoofd had past, maar ik neem aan dat iedereen de essentie snapt. Dit jaar wil ik geen kadootjes, maar ervaringen. Een keer lunchen, een taartbakmiddag, een wandeling. Het maakt niet uit.
Terwijl ik bezig ben denk ik terug aan eerdere feesten, eerdere uitnodigingen. Die keer dat we vijfendertig werden, samen zeventig dus. In onze uitnodiging kondigden we aan genoeg ruimte te hebben voor ieders rollator en we ontvingen de gasten met een glaasje advocaat. Wat was de bingo hilarisch en wat speelde iedereen fanatiek mee.
Het songfestivalfeest, toen de naamgenoot van mijn lief meedeed met de toppers, wat de basis van de uitnodiging werd. Het werd een feest met boa’s en glitters, een op het krijtbord bijgehouden score en een heuse sjerp voor de mooist verklede gast. Of het 4th of July-feest dat we gaven omdat het merendeel van de uitgenodigden op het eerder geplande verjaardagsfeestje al dan niet last minute afzegde.
Ook toen we nog in G woonden in het studentenhuis was het maken van de uitnodiging al deel van de voorpret. Stonden we weer de halve middag bij het copycenter te kopiëren, als we wat ruimer in de slappe was zaten zelfs op gekleurd papier. Ik herinner me een uitnodiging op een gigantisch dollarbiljet en één waarvoor ik een ochtend blokjes had zitten inkleuren. Mijn lippen krullen als vanzelf een eindje omhoog. Zoveel feestjes, zoveel lol, zoveel liefde.
‘Wat zit je eigenlijk te doen?’ wil de twintiger weten.
Ik hou trots het resultaat van mijn inspanningen omhoog. Het idee kan op goedkeuring rekenen, maar de uitvoering is duidelijk beneden de maat volgens mijn kritische kroost.
‘Kom eens hier.’ Voor ik het weet is de laptop opgestart, wordt mij duidelijk gemaakt dat ik er even niet achter kan en krijg ik opdrachten om iets opnieuw te scannen, de volledige tekst aan te leveren en me er verder niet mee te bemoeien. Een langsgekomen vriendin helpt mee de uitnodiging een stuk professioneler te maken. Achter de laptop hoor ik ze samen giechelen om die gekke moeder met haar tippexroller. Handgeschreven tekst, hoe komt ze erop. Alsof ik hoogstpersoonlijk een veer uit het achterwerk van een gans heb getrokken om die plechtig in de inkt te dopen. Ik laat ze, de vrolijke herinneringen hebben me mild gestemd.
Als ze klaar zijn kan ik alleen maar bewonderend zuchten. Wat is ie prachtig geworden, de uitnodiging. Zelfs de woorden die ik niet in het tekstballonnetje kreeg pasten erin. Het is mooier dan ik ooit zelf had kunnen maken.
Opgetogen verstuur ik de strip, me nu al verkneukelend over het feit dat iedereen naarstig op zoek zal gaan naar leuke ideeën om mij in de loop van het jaar mee te verrassen.
De reacties komen al snel en natuurlijk zijn die positief.
Dan komt er één die de stemming alleen maar meer verhoogt: leuk, een feestje! Ik kom! Heb je nog cadeau-wensen?
Zo leuk ! Zowel het feestje, de uitnodiging, de tekst als de totstandkoming ervan. En straks nog meer: alle belevingen. Tot snel.