Onredelijk

‘Het is ook nooit goed of het deugt niet,’ zei mijn vader vroeger als ik als puber niet voor-  of achteruit wilde en wat hij ook deed tegen het verkeerde been was. Ik moest er deze week een paar keer aan denken. Niet eens omdat mijn eigen pubers dwars of vervelend of alleen maar puber waren, maar omdat ik zelf geen vrede kon sluiten met het universum. Lees verder “Onredelijk”

Hij

‘Ik heb je “hij” genoemd in een tweet’.
De puber kijkt op van één van de schermen waarop hij bezig is. ‘O. Cool.’ En weg is de blik, want wat er op een scherm gebeurt is natuurlijk per definitie interessanter dan alles daarbuiten.
Toch weten we allebei dat achter dat onderkoelde antwoord een wereld van emoties schuilgaat.
Net als die keer laatst, toen de man op het terras waar we net samen hadden geluncht de “dame en heer” een fijne dag wenste. Het zelfvoldane glimlachje dat de buitenwereld zag was maar het topje van de ijsberg. Lees verder “Hij”

Tien

Op een gegeven moment is het erin geslopen, ik weet niet eens precies wanneer, dat aan een tien op school een extra beloning werd gehangen. Ik heb nooit geloofd in waardering afhankelijk maken van het cijfer op school. Ik weet nog hoe verbaasd ik was toen een klasgenoot mij het systeem dat zijn ouders hanteerden uitlegde: voor iedere zes kreeg hij een gulden, voor iedere zeven twee, drie voor een acht, en voor een onvoldoende moest hij geld inleveren. Mijn ouders deden daar niet aan. Wij kregen alle drie hetzelfde voor ons rapport. Altijd. Ook al stond mijn broer dat jaar op blijven zitten, en was mijn lijst immer zonder onvoldoendes. Negens, zessen, een vijf, het maakte niet uit. Gelukkig niet. Van mijn allereerste rapportgeld op de middelbare kocht ik een elpee van Shakin’ Stevens. Ik kan hem nog in handen voelen. Voorop stond de zanger in smoking, achterop in zijn stoere jeanspak. Ik was de koning te rijk en dat gevoel was echt minder geweest als mijn broer geen elpee had kunnen kopen van zijn rapportgeld. Lees verder “Tien”

Trigger

En toen viel er een voetballer neer op het veld. Hartstilstand, out of the blue. We zaten er gelukkig niet zelf naar te kijken, maar we wisten het meteen. Al was het maar omdat mijn twitter tijdlijn ontplofte. Er was geen ontkomen aan. Lees verder “Trigger”

Nuchter

In de categorie “onderweg kom je altijd iets tegen” zien we tijdens een wandeling een man tegen een paar half-manshoge letters geleund staan. Er moet nog iets met die metalen en zo te zien behoorlijk zware letters, dat is duidelijk, maar eerst heeft hij pauze. Misschien wacht hij op zijn maten of verzamelt hij alleen maar moed om de robuuste letters verder te dragen. Hij ziet eruit alsof hij elk moment een zakje shag tevoorschijn kan halen om geroutineerd een sigaretje te draaien, met één vinger een los stukje tabak van zijn tong halend voor hij het vloeitje dichtlikt. Lees verder “Nuchter”

Versoepeling

En toen kon ik ineens niet meer vasthouden aan mijn beleid om – ondanks de toegestane versoepelingen- alleen naar markt en supermarkt te gaan. Het kwam door het weer. Er komt altijd veel door het weer, daar weten we in Nederland alles van. Blaadjes op de rails, omgevallen bomen, collectief chagrijn door weer een verregend voorjaar. Lees verder “Versoepeling”

Zo’n week

Zó geniepig is het, zo venijnig. Niet op de hoogtijdagen slaat het toe, de dagen waarop iedereen het begrijpt, waarop mensen ‘Ach ja, natuurlijk’ zeggen en ‘neem je tijd we denken aan je.’
Nee, juist in die gewone week. De week waarin het eindelijk wat warmer wordt, we weer naar buiten kunnen, we weer wat mogen. Net als het op het werk best lekker gaat en ik het idee heb dat ik niet alleen mijn volledige werkweek aankan, maar ook nog aardig zinnige dingen zeg.
Dan gaat het ineens niet meer en is iedere dag een bezoeking. Alles is een herinnering die pijn doet of een besef van nooit meer. Lees verder “Zo’n week”

Fijne maandagen

Ik heb een tijd gehad dat ik iedere vakantie een oorontsteking opliep. En nooit, echt nooit op een gelegen tijdstip (voor zover dat kan bij een oorontsteking). Nooit als we in een stad waren vol goede faciliteiten, of op een normale doordeweekse dag waarop alles open was. Nooit in de buurt van een apotheek waar je in verstaanbare taal goed advies kon krijgen.
In Italië moest ik bij gebrek aan een huisarts direct naar een ziekenhuis. Daar bezwoer de arts mij dat ik een lethal infection had. (Gelukkig bleek het vooral een kwestie van slecht Engels spreken te zijn, en bedoelde ze een kleine infectie, maar de schrik zat er goed in). In Israel kreeg ik twee dagen voor ik terug zou vliegen fikse oorpijn. En alsof die timing niet beroerd genoeg was, viel de dag op het Joods Nieuwjaar zodat het hele land plat lag. Uiteindelijk moest ik naar een ziekenhuis net buiten de stad, waar ik al voor het inchecken honderd dollar armer was.
Thuis is het al niet anders. Er zijn dingen die nooit gebeuren op een normale maandag of dinsdag. Lees verder “Fijne maandagen”

Daar gaat ze

Daar gaat ze.
Ik kijk haar na vanachter het keukenraam; mijn niet meer zo kleine puber die naar school gaat op die fiets die zo groot is dat ik er ook op kan fietsen, met die rugzak die zwaar genoeg is om een kind dat hem draagt te doen omvallen.
En ineens is daar die gedachte: daar gaat een vaderloos kind. Lees verder “Daar gaat ze”

Vijftig

En dan ben je vijftig. Vijftig!
Alsof je niet vorige week voor het eerst met je lief hebt gezoend, alsof je de buluitreiking niet nog maar net achter de rug hebt, gisteren nog de flesjes voor de mientjes stond uit te koken, de geboortekaartjes verstuurde.
Vijftig. Lees verder “Vijftig”