Feestje

Het begint ermee dat de puber zijn verjaardag wil vieren, omdat het al zo lang geleden is dat ie een feestje heeft gehad. ‘We hebben je zestiende toch nog gevierd?’ vraag ik, ‘toen heb ik de kookplaat gesloopt, weet je nog?’
Hij schudt zijn hoofd. ‘Dat was een jaar eerder.’ Lees verder “Feestje”

Missen

Zoveel te delen en zo weinig gehoor.

Dat ik je zo mis.

Dat het alweer de vierde Koningsdag was zonder jou, de vierde keer jarig. Dat het zonnige weer me terugwierp naar dat eerste jaar, toen het voor het eerst met een dreun tot me doordrong dat de wereld voor anderen wel gewoon doordraaide. Een echte Koningsdag werd niet gevierd, vanwege alle coronamaatregelen, maar een buurman had bedacht een feestje-op-afstand te bouwen. Op het dak van zijn carport stond hij te swingen op harde muziek, zag ik toen ik naar de oudpapierbak liep. Daarna zat ik achter het huis en hoorde ik uit allerlei tuinen vrolijke stemmen, gerinkel van glazen, het geluid van gezelligheid. En dat terwijl het in mijn eigen tuin zo akelig stil bleef. Hoe hard het besef aankwam. Lees verder “Missen”

Fiets

Nóg een nadeel van de fietsenwinkel waar ik uiteindelijk terecht kwam: dat we langs het crematorium moesten fietsen om de fiets op te halen. Natuurlijk wist ik wel wat de route was naar de winkel en ook waar die langsvoerde. Maar met de auto ergens voorbijzoeven bleek toch iets heel anders dan in een langzaam fietstempo, waarbij het fietspad bovendien dichter langs het gebouw ging dan de weg waarop ik eerder die dag in de auto had gereden. Lees verder “Fiets”

Had willen

Het was koud en donker, terwijl ik naar de artiesteningang van de stadsschouwburg in H liep. Onderweg had ik me al een paar keer afgevraagd hoe ik hier ook alweer was terechtgekomen en wat ik hier in vredesnaam kwam doen. Ik had iets gezien op social media, een oproep om mee te doen aan een opera over Don Quichot. Er was een aanmeldformulier en voor ik het wist had ik het ingevuld, verstuurd en kreeg ik een enthousiast mailtje terug: wat leuk dat je meedoet! Lees verder “Had willen”

Hoop

Op de valreep van 2022 ben ik op een feestje. P is jarig en hij viert het na jaren eindelijk weer eens. Tussen neus en lippen door vertel ik  P dat ik in het nieuwe jaar een echte start ga maken met ons gezamenlijke verhaalproject.
‘Maar eerst zit ik nog met twee personen in een brandende schuur.’ Lees verder “Hoop”

Vergeten

In het begin van deze eeuw werkte ik samen met collega K, die er een sport van maakte om afspraken op lange tot zeer lange termijn te plannen. ‘Laten we over tien jaar met zijn allen afspreken,’ riep hij dan. ‘Om zeven uur bij dit hotel. Dat staat er vast nog wel over tien jaar.’
Jarenlang had ik in mijn agenda verschillende aantekeningen staan met plaatsen, tijden en mensen die bij de afspraak aanwezig zouden zijn. Ik schreef ze ieder jaar braaf over in de nieuwe agenda, altijd met het idee in het achterhoofd dat het nog héél lang zou duren voordat ik er echt iets mee moest. Maar vergeten mocht ik ze natuurlijk niet. Lees verder “Vergeten”

Kwast

‘Uit wat voor elfendorp kóm jij eigenlijk?’ verzucht de puber.
We staan voor het raam en kijken naar het laagje ijs op het watertje achter ons huis. De boom in een van de aangrenzende tuinen heeft net vannacht gekozen om al zijn blaadjes los te laten, zodat het ijs daar al gecorrumpeerd is, mocht het er dit jaar van komen dat we met de hele buurt bij ons achter gaan schaatsen. De puber vertelt dat hij op de radio heeft gehoord over een dorp waar al op natuurijs kan worden geschaatst. Ik knik. Een stuk ondergelopen grasland.
‘Wij hadden vroeger een ijsbaan in het bos.’ Lees verder “Kwast”

Anders

En weer gaat er iets weg. Weer verdwijnt er iets uit ons huis. Weer verandert er iets.
Ik heb vandaag eindelijk de tijd en de moed gevonden om de dozen die al weken in de weg staan in de auto te zetten en naar de kringloop te brengen. Mijn hart is zwaarder dan het klusje rechtvaardigt. Lees verder “Anders”

Corona

En toen was er corona. En ook al wist ik dat het nooit echt was weggeweest, toch schrok ik er weer van. Want ik wilde natuurlijk heus wel voorzichtig doen, maar ook ik zat zonder mondkapje in de bus, ging uit lunchen met collega’s, borrelde gezellig mee en liet me niet onbetuigd bij een potje Dalmutti bij ons thuis met aangewaaide pubers. Ook ik ging mee in dat collectieve gevoel dat het weer kon, weer mocht, en dat we veilig waren.
Hoe vaak had ik niet een wattenstaafje diep in een snotterig neusgat gestoken, om dan te constateren dat er niets aan de hand was. Eén streepje, zie je wel. Je mag gewoon naar buiten. Corona leek steeds meer op een nare herinnering. Iets van toen, o ja, zo ging dat destijds. Lees verder “Corona”