Trap

De trap moest geschilderd worden. Dat vond mijn lief. Ik vond dat ook, maar op de lijst van Dingen Die In Huis Moeten Gebeuren (met hoofdletters voor het gewicht ervan) stond deze klus niet bepaald bovenaan. Toen mijn lief aankondigde dat hij de vrije dagen in de meivakantie zou gebruiken om te klussen had ik dan ook niet verwacht om thuis te komen in een stank die mij de adem benam van een afbijtmiddel waartegen geen lijmrest bestand was. Na ettelijke dagen bikken, schuren, vullen en meer schuren kon ik dan aan de slag met de grondverf. Ik hou van schilderen. Ik ben er niet goed in, maar ik doe uitstekend alsof en daar word ik erg vrolijk van. Natuurlijk zat ik binnen een paar minuten onder de grijsblauwe vlekken. Ik keek er niet van op. Gelukkig hebben we terpentine in huis, de vriend van iedere schilder. De geur brengt me altijd meteen terug naar de eerste zomer met mijn lief, toen we samen het jeugdhonk van de kerk schilderden en ook daar word ik vrolijk van.

De trap kon nu niet meer zomaar worden beklommen, maar moest met twee treden tegelijk worden genomen. Een hele uitdaging voor de mientjes, want het ophangen van de trapleuning die ooit voor een andere klus van de muur is gehaald staat ook nog op die befaamde lijst met hoofdletters. Als de mientjes weer eens wat vergeten waren van boven, of uit bed kwamen om te plassen, hoorden we een hoop gesteun en af en toe een ‘oeps’ die mij het ergste deed vrezen. Wonder boven wonder vonden we nergens vegen verf. De traptreden waren waarschijnlijk sneller droog dan ik had verwacht, of misschien waren de mientjes gewoon slim genoeg om hun sporen te wissen.
Dat een andere huisgenoot lak had aan de nieuwe klimroutine of de regels ten aanzien van de trap merkten we pas de volgende ochtend. Over wie de dader was, bestond geen twijfel. Boven stonden vier perfecte kattenpootjes op het laminaat. Gelukkig hebben we terpentine in huis.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *