Eeuwigheid

Een tijd van rouw kent veel mijlpalen. De eerste verjaardag die je  kind zonder haar vader moet doorbrengen. Daarbij is die van jou zelf een eitje. De eerste keer dat hij niet een jaar ouder is geworden, maar voor eeuwig bevroren is in de tijd.
De eindmusical. In je eentje trots zitten te zijn. De eerste keer op vakantie met een persoon minder. Lees verder “Eeuwigheid”

Orde

Bij ons thuis was de was het domein van mijn lief. Niet omdat ik niet kon vouwen of strijken, maar omdat ik de was beschouwde als een van de meest frustrerende bezigheden van het huishouden. Het is nooit eens af. Zelfs in het onwaarschijnlijke geval dat alle wasmanden leeg zijn, er niets meer op de lijn hangt en alles netjes in de kast is opgeborgen, weet je dat die status dezelfde avond nog voorbij zal zijn als iedereen zijn kleren van die dag ergens achteloos neersmijt, of met een beetje mazzel daadwerkelijk in de wasmand deponeert. En dan begint alles van voor af aan. Lees verder “Orde”

Maandagen

Of ik weet waar nummer 114 is. De man in het fluorescerend oranje pak overvalt me als ik net naar buiten loop met een blik en veger vol ingewanden. De overblijfselen van de prooi van kat K, die kennelijk heeft meegeluisterd met de persconferentie en nu solidair niet meer buiten de deur eet. Het is maandagochtend, de week moet nog beginnen en ik heb het smerigste klusje er al op zitten.

Lees verder “Maandagen”

Balanceren

‘Merk je nu ook dat je veel meer dingen kunt dan je dacht?’ vraagt de buurvrouw die had aangeboden mijn haar te verven.
Ik kijk in de spiegel naar het zielige hoopje waarin ik soms verander wanneer mijn lief ter sprake komt, en hoe het nu echt, ECHT met me gaat. Ik schud mijn hoofd. Ik kan nog steeds niks. Ik heb een totaal gebrek aan praktische vaardigheden. O, natuurlijk, ik kan dingen regelen, instanties achter de broek zitten, financieel overzicht creëren en ingewikkelde brieven lezen. Maar al die handige, nuttige vaardigheden die bij mijn lief wel aangeboren leken te zijn, dingen waar je echt wat aan hebt, die ontbeer ik.
Lees verder “Balanceren”

Herdenken

Een half jaar geleden begon de dag doodgewoon, een dag als alle andere. Tenminste, als je een dag in de lockdown in het rare, enge coronatijdperk waarin we waren terechtgekomen als normaal kon beschouwen.
Ik was vrij, maar de kinderen moesten “naar school” en mijn lief aan het werk, en dus waren we allemaal vroeg op. Wat ik precies heb gedaan, die dag, kan ik me niet herinneren. Aan de krabbels in mijn schrijfboek te zien heb ik een poging gedaan met mijn verhaal verder te gaan, maar verder dan een halve bladzijde kwam ik die dag niet. We aten, dronken koffie en thee, maakten plannen voor het weekend. Geen leuke plannen, mijn lief had een opruimbui, maar niettemin plannen. Zo’n dag was het, zo’n doodgewone dertien-in-een-dozijn-dag. Lees verder “Herdenken”

Ketel

Er was iets met de verwarmingsketel en meteen deed het gemis van mijn lief zich weer voelen. Hij was degene die met de monteurs kon praten, en ze zelfs leek te begrijpen. Ik ben als een laaggeletterde in een universiteitsbieb. Ik vang de klanken op van hun stem, maar kan van wat ze zeggen op geen enkele manier chocola maken. Lees verder “Ketel”

Dagboek

Al vanaf mijn vijftiende heb ik een dagboek. Daarvoor deed ik ook wel eens pogingen mijn zieleroerselen te beschrijven, maar pas op de middelbare werd dat serieus en hield ik vol. Niet elke dag, en soms maanden niet, maar altijd keerde ik toch weer terug om op te schrijven wat me bezig hield. Lees verder “Dagboek”

Verjaardag

Het is mijn vaders verjaardag. Vierentachtig zou hij zijn geworden vandaag, een respectabele leeftijd.  Toch had ik als kind geen enkele twijfel dat hij die zou bereiken. Mijn oma, zijn moeder, was de negentig gepasseerd en ook al was mijn opa gestorven voordat ik me echt van hem bewust kon zijn, ik rekende op de sterke genen van mijn vaders voorouders. Dat hij maar zeventig zou worden was domweg onvoorstelbaar. Lees verder “Verjaardag”

Vervlogen zomers

‘Zullen we naar Trapel gaan?’
Ze zijn met playmobil aan het spelen, kleine Mien en een buurmeisje. Tot nu toe heb ik niet echt gelet op wat ze hun poppetjes laten zeggen, maar bij deze zin kijk ik op.
‘Dat is alleen maar het merk,’  hoor ik nog, maar ze blijft aandringen: ‘Kom, we gaan naar Trapel.’ Lees verder “Vervlogen zomers”

Veerkracht

Maar liefst twee keer in één week kwam het woord ‘veerkracht’ op mijn pad. Twee keer, dat moet iets te betekenen hebben. Een raar woord is het ook nog. Een collega deed ooit een cursus met veerkracht in de titel en iedere keer dat ik het in haar agenda zag staan las ik het verkeerd. En stelde ik glimlachend vast dat dat waarschijnlijk veel over mij zei. Lees verder “Veerkracht”