Giftiger Kerst deel 4

Giftiger Kerst, deel 4

Een Kerstverhaal in zeven delen. Vandaag deel 4

Gefrustreerd slaat Jeanne met haar hand op het stuur. Nee nee nee. dit was niet de afspraak. Ze is op huwelijkse voorwaarden getrouwd vanuit het idee dat ze dan geen gezeik kreeg bij een scheiding. Ideetje van haar ouders, want natuurlijk had zij de gedachte dat haar huwelijk voor altijd zou zijn. Ze is ze er dankbaar voor. Maar niemand heeft haar verteld dat ze haar luie slampamper van een echtgenoot, nu ze eenmaal van hem af wil, tot in lengte van jaren moet onderhouden. Een beperkte periode, noemde haar advocaat het, maar zij is niet voor niets klaar met Stan.

Die sukkel heeft haar al meer dan genoeg geld gekost. Alimentatie. Wie is er eigenlijk op dat bespottelijke idee gekomen?

Ze kijkt door de voorruit naar buiten naar de glimmende zwarte Mercedes die tegenover haar auto staat. De parkeerplaats staat hier vol met grote nieuwe auto’s, allemaal van dik verdienende zakenmensen die hun lucratieve zaakjes met hun advocaat komen bespreken. Ze ziet het wolkje dat haar adem vormt. Ze heeft nog steeds de auto niet gestart. Ze kan het niet opbrengen om terug te gaan naar kantoor en te doen alsof er niets aan de hand is. Of nog erger: naar huis waar ze de schijn op zal moeten houden tot ze alles goed heeft geregeld. Tot ze heeft weggesluisd wat ze kan en haar alimentatiebedrag zo laag mogelijk heeft weten te krijgen.

Ze voelt de tranen in haar ogen opwellen maar ze wil niet huilen. Niet om hem, niet meer. Had ze hem maar nooit ontmoet. Was hij maar gewoon weg te poetsen uit haar leven. Ze ziet een levensgrote gum voor zich waarmee ze hem zonder pardon kan uitwissen. Poef, weg is hij en weg zijn haar problemen. Maar zolang hij niet door de bliksem wordt getroffen gaat hij natuurlijk helemaal nergens heen. Niet uit haar leven in ieder geval.

Tenzij…. Ze schudt haar hoofd. De gedachte is te absurd om zelfs maar in overweging te nemen. Van schrik start ze de auto en rijdt met meer vaart dan verantwoord is het parkeerterrein af. Ze heeft al lang niet meer aan Dex gedacht. Haar eerste vriendje, knap en gevaarlijk en helemaal niet het soort jongen dat je aan je ouders voorstelde. Hij kwam net uit jeugddetentie toen ze hem leerde kennen en hij maakte er geen geheim van dat hij niet van plan was zijn leven te beteren. Hooguit wilde hij slimmer te werk gaan, want zo leuk vond hij het niet achter de deur. Hij was een wervelwind van spanning en romantiek. Ze was bijna ieder moment dat ze bij hem was bang, maar ze genoot er met volle teugen van. Het werd pas erg op het moment dat ze bang was als hij er niet was.

Het was niet gemakkelijk om van hem los te komen maar het is haar gelukt. Ze zou niet weten hoe het nu met hem is. Onzin natuurlijk. Ze weet precies hoe het met hem is. Van ieder sensatiebericht in de krant wet ze altijd meteen of hij er iets me te maken heeft.

Ze zet de auto stil in een parkeerhaven langs de kant van de weg en duikt in haar tas om de mobiele telefoon eruit te halen die ze de laatste keer dat ze hem heeft gezien van hem kreeg.

Er staat maar één nummer in de contactenlijst: die van hem. Een nummer dat op geen enkele manier naar hem is te herleiden.

Als er iets is, wat dan ook, kan ze hem bellen.

‘Wat dan ook.’ Hij had zijn gezicht zo dicht bij het hare gebracht dat ze dacht dat hij haar ging kussen. Maar hij had bruusk zijn hoofd afgewend en was weggelopen. Ze weet niet of de telefoon het nog wel doet. Het is zo’n oud ding dat Eefje het waarschijnlijk niet eens zou herkennen als telefoon.

Jeanne blijft een poosje zitten met de telefoon in haar handen. Ze heeft haar ouders en zichzelf beloofd nooit meer iets met hem te maken te krijgen. Aan de andere kant heeft ze zijn telefoon niet voor niets bewaard al die jaren. Ze heeft hem braaf iedere week opgeladen. Dat zou ze niet hebben gedaan als ze niet van plan was hem ooit te gebruiken, toch?

Ze zoekt de contacten. Er verschijnt een nummer zonder enige aanduiding van wie erachter zit. Het groene hoorntje lonkt.

Ze trilt. Er staat zweet op haar bovenlip. Als ze nu drukt zal alles veranderen. Onomkeerbaar.

Zelfs de kiestoon klinkt ouderwets.

‘Heee, Jé!’ klinkt de stem die ze zo gemist en gevreesd heeft.

‘Kus of klus?’

Ze aarzelt. Als ze voor kus kiest gaat ze een onvergetelijke nacht tegemoet. Misschien is dat wel net wat ze nodig heeft. Om voluit te genieten. Om weer even alles in perspectief te zien.

Dan ziet ze de zwarte Mercedes van het parkeerterrein weer voor zich. Nu rijdt Stan erin met een vette grijns op zijn gezicht. Van háár geld. Van haar alimentatie. Hij zwaait nog naar haar ook.

Jeanne haalt diep adem. ‘Klus,’ zegt ze.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *